Marc van der Meer: ‘De docent van de toekomst blijft zich ontwikkelen’

Marc van der Meer is als bijzonder hoogleraar verbonden aan Tilburg Law School. Daarnaast is hij bij MBOin2030 aanjager van het thema ‘De veranderende taken en rollen van docenten’. Hij gelooft in een ontwikkelingsgericht mbo. Want het beroepsonderwijs is springlevend. ‘We kunnen het ons niet permitteren dat bedrijven naar het buitenland vertrekken vanwege een tekort aan vakmensen. En mevrouw Jansen heeft nog steeds zorg nodig.’ Tijdens een bijeenkomst op 12 april 2023 in Utrecht kan iedereen meedenken over de toekomst van de leraar en ideeën aandragen voor challenges.

Je houdt je bezig met de nieuwe rol van de docent. Wat is die nieuwe rol?

‘Vanaf dag een ben ik betrokken bij mboin2030. We zijn begonnen met deze toekomstverkenning omdat er behoefte was aan enige flexibilisering van leerpaden in het beroepsonderwijs. Studenten moeten meer keuzevrijheid hebben om zichzelf goed te kunnen ontwikkelen. Ook zoeken we een oplossing voor de afname van het aantal studenten. Docenten hebben daarin een bepalende rol. Docenten hebben andere taken en rollen in een traditionele school dan in hybride onderwijs, dat meer naar buiten gericht is. Studenten kunnen straks ook leren op hun werk. Kan dat geen onderdeel worden van het onderwijssysteem?
Docenten hebben drie hoofdtaken: het voorbereiden van het leerprogramma, het leerprogramma uitvoeren en evalueren. Al die taken worden rijker: je moet beter weten wat de studenten al kunnen, je bent meer bezig met individuele begeleiding en je krijgt te maken met gepersonaliseerde vormen van toetsen en examineren. De rol van de docent wordt veel gevarieerder, je moet meer inspelen op verschillen tussen studenten.

‘Een van de grote vraagtekens is: kan een docent nog alles weten?’

Daar komt bij dat technologie een veel grotere rol gaat spelen in het onderwijs. Daarmee kun je efficiënter onderwijs geven. Je kunt studenten bijvoorbeeld op afstand begeleiden. Studenten kunnen zichzelf beter leren sturen. Een van de grote vraagtekens is: kan een docent nog alles weten? Hij of zij moet dus kennis en ervaring betekenis geven en de kennis samen met studenten ordenen. Vroeger had je een standaard tekstboek met vakkennis over de zorg of boekhouden. Tegenwoordig maak je die kennis rijker met praktische inzichten en leervragen. Je moet als docent het kaf van het koren kunnen scheiden en weten wat individuele studenten nodig hebben. Dat vraagt analytische vaardigheden en creativiteit in het toepassen van didactiek en pedagogiek. En dat in verschillende omgevingen en op verschillende niveaus. Daar zit natuurlijk wel een grens aan. Niet iedereen kan een volledig gepersonaliseerde leerroute volgen en docenten kunnen dat ook niet allemaal begeleiden. Ik denk dat binnen een docententeam verschillende specialismen ontstaan die met elkaar samenwerken.’

Hoe ervaren we het probleem nu in de praktijk?

‘We hebben nu geen haarscherp beeld van hoe het gaat met de docent van het mbo. Wel hoe het in een aantal teams gaat. Sommige teams zijn druk bezig met onderwijsvernieuwing. Deze teams hebben hogere leeruitkomsten. Er zijn ook teams waar het moeizamer gaat. Die moeten hard werken om studenten op niveau te krijgen en leerresultaten te boeken. Dat vraagt van docenten persoonlijk leiderschap, zodat ze zich persoonlijk en in teamverband ontwikkelen. Je hoopt dat de koplopers de anderen kunnen helpen. We kijken samen met het veld welke denkbare ontwikkelingen er zijn. In het werkveld zijn ook verschillende ideeën over wat een mbo-student moet kunnen. Veel bedrijven zijn blij als de school hen een zekere discipline bijbrengt en leert samenwerken. Dan leren zij de studenten de fijne kneepjes van het vak wel. We gaan nu met betrokkenen in gesprek om dit beeld helderder te krijgen.’

Wat is de reden dat je je inzet voor MBOin2030?

‘Net voordat MBOin2030 begon, heb ik meegewerkt aan de toekomstverkenning voor de MBO-Raad: MBO in 2025. Dat was in 2015 naar aanleiding van een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid over hoe Nederland in de toekomst zijn brood verdient. De conclusie van het rapport was dat het (v)mbo daalt in status en positie. Maar ze waren niet komen kijken. Ik vond dat nogal neerbuigend. Daarom ben ik me ermee gaan bemoeien. Toenmalig vice-premier Asscher zei later zelfs dat veel werk van mbo’ers in 2040 waarschijnlijk overgenomen zou worden door machines. Voor een deel van de banen zou dat best kunnen, maar de analyse was niet volledig. Al gauw kwamen we in alle sectoren vakmensen tekort. Overal worden monteurs gevraagd, we hebben een enorm tekort aan ict’ers. In een toekomstverkenning moet je je ook afvragen in wat voor land je wilt wonen. Het beroepsonderwijs leidt ook ondernemers op die zelf een inkomen kunnen genereren. Alles met zorgrobots oplossen vind ik niet zo ethisch. We kunnen het ons niet permitteren dat bedrijven naar het buitenland vertrekken vanwege een tekort aan vakmensen. En mevrouw Jansen heeft straks nog steeds zorg nodig.’

Wat verwacht je van de bijeenkomst over de taken en rollen van docenten?

‘Wat voor verwachtingen kun je hebben van docenten in het onderwijs? In wil weten hoe zij maximaal tot hun recht komen. Zijn er standaarden te bedenken die docenten helpen om zich te ontwikkelen en objectief te kijken of het goed gaat? Die oplossingen kunnen uit het werkveld zelf komen maar ook uit de zorg of de techniek. Daarom willen we samen een challenge formuleren: we nodigen iedereen uit om buiten de grenzen van ons werkveld te kijken. We weten niet wat we niet weten. We hebben mensen uitgenodigd die tot nu toe met werkconferenties van MBOin2030 hebben meegedaan en ook anderen. Iedereen is welkom. Ik denk dat de meeste vernieuwingen al bestaan, maar impliciet en verborgen. We willen mooie initiatieven met elkaar in contact brengen en zo vernieuwing stimuleren. De mensen die meedenken kunnen helpen om bestaande ideeën aan te vullen. En er is zeker ruimte voor nieuwe suggesties!’

Hoe ziet de toekomst van het mbo eruit en zien we daar al mooie voorbeelden van?

‘Ik denk dat het vak van docent aantrekkelijker wordt. Docenten hoeven niet alles alleen te doen: er ontstaan coachende, trainende en begeleidende functies in het onderwijs die nauw met elkaar samenwerken en elkaar versterken. Je moet op alle niveaus kunnen differentiëren en samenwerken met anderen, ook buiten de school. Docenten en studenten zullen zich permanent moeten ontwikkelen. Die verandering zal geleidelijk gaan en niet overal even soepel. Het gaat heel veel vragen van docenten. Je kunt bijvoorbeeld niet alles flexibel maken. Maar die beweging gaat de student en de arbeidsmarkt wel helpen. Gaan zich meer mensen melden voor de docentenopleiding? Dat is koffiedik kijken. De voltijds lerarenopleiding techniek heeft de deuren gesloten omdat er te weinig studenten zijn. We hebben nu veel docenten in het mbo die geen volledig onderwijsdiploma hebben maar toch geweldig lesgeven. Een van de vragen die we hebben is: hoe kun je het docentschap in een andere carrière invoegen? Je bent bijvoorbeeld zelfstandig ondernemer en stapt een paar jaar uit je vak om les te gaan geven. Wat vindt het veld daarvan? Studenten kunnen deze verandering aan, daar ben ik van overtuigd. Ze zijn heel pragmatisch. Zeker hoger opgeleide mbo’ers hebben uitstekende arbeidsmarktkansen. De jeugdwerkloosheid is hier veel lager dan in het buitenland omdat onze beroepsopleidingen zo goed zijn. Je wordt vanzelf wendbaar als je reflecteert en kennis tot je neemt. Daarom vind ik de tegenstelling tussen praktisch en theoretisch opgeleid ook niet kloppen. Een timmerman kan rekenen en ruimtelijk denken, een zorgmedewerkster begrijpt nieuwe zorgtechnologie en heeft inzicht in persoonlijke relaties. We moeten dat beeld hoognodig bijstellen. Dat geldt ook voor docenten. Je bent echt niet alleen coach, je valideert leerprocessen en opereert in een ecosysteem. Je hebt ook inhoudelijke expertise nodig en die kennis verandert steeds. Zo leren studenten en docenten van de toekomst ontwikkelingsgericht werken: ze leren innoveren en leren reflecteren. Zo word je toegerust om je een leven lang te ontwikkelen.’

Onder redactie van Marc van der Meer e.a. verscheen onlangs de bundel ‘Onderwijs aan het werk’. 34 auteurs buigen zich over innovatie in het mbo, de lerarenagenda, professionalisering en het binden van nieuwe medewerkers in het onderwijs. Het bevat ook een hoofdstuk over MBOin2030. Het is hier gratis te downloaden.

Reacties (0)
Geef een reactie