8 vragen aan René Bosman, conferentieganger van het eerste uur
De allereerste MBO Digitaal conferentie was in 2000 in Wageningen. Het was een stuk kleinschaliger en specialistischer, bezoekers waren vooral IT’ers en ‘techniek’ was het centrale thema. Early adapter René Bosman, manager Informatie & Automatisering, bezocht zijn eerste conferentie in 2004.
#01 Je bezocht zesendertig van de 50 conferenties; mooie score!
“Ja, het waren vooral de september-conferenties die ik miste, dan was ik nog op vakantie, haha.”
#02 Vanuit welke school bezocht je de eerste?
“Dat was toen al vanuit Lentiz, waar ik sinds 2002 werk. We waren, vergeleken met andere scholen, een vreemde eend in de bijt. Lentiz was een fusie van een AOC en een grote vo-scholengemeenschap. AOC’s vielen toen nog onder het ministerie van landbouw. Wij zagen elkaar elke zes weken voor overleg bij de AOC-raad. Bert van Daalen (Yuverta) was één van de collega’s die ons attent maakte op het bestaan van de ROC-i-partners (de voorloper van saMBO-ICT) waar Lentiz rond 2004 bij aansloot.”
#03 Wat herinner je je van de eerste conferenties?
“De nadruk lag op techniek en verbindingen tussen de ‘locaties’ ADSL-DSL-glas. We spraken over hardware én het ging over de voor- en nadelen en de struikelblokken bij implementatie. Alles draaide om techniek; switches, domeinarchitectuur, routers, virtualisatie, besturingssystemen, werkplekken slim uitrollen, slim aanmaken van gebruikers, et cetera. Aanbestedingen kwamen minder aan bod. Als ik het me goed herinner, begonnen de eerste conferenties in de middag, zo rond een uur. Dat was ook handig voor de conferentiegangers die van ver moesten komen. Ook waren er al diners. Geen hippe walking-diners zoals we die nu kennen, maar zittende werklunches en etentjes met gewone tafels en stoelen. Maar net zo waardevol.”
#04 Met welk doel bezocht je ze?
“Vanuit de AOC’s waren we gewend om met elkaar samen te werken en kennis te delen. De conferentie was een mooie manier om onze netwerken uit te breiden. In het mbo, maar ook in het vo. Tussen de vo-scholen werd destijds nog niet zo intensief samengewerkt. We hadden Kennisnet, maar die organiseerde toen nog geen conferenties.”
#05 Ging je met collega’s?
“In het begin ging ik alleen. Dat vond ik geen probleem, vanuit het groen onderwijs kende je altijd wel één of twee mensen. Bovendien was ik met vijftien jaar lesgeef-ervaring gewend om snel contact te maken. Het gezelschap was met ongeveer honderd bezoekers ook een stuk kleiner.”
#06 Welke conferentie is je het meest bijgebleven?
“Dat zijn er twee; de conferentie in het stadion in Heerenveen. Die moest op de vrijdagmiddag worden afgelast vanwege het almaar slechter wordende weer. Vrachtwagens lagen op hun kant en ik moest – net als vele anderen – naar huis. Ik heb er zes uur over gedaan. En natuurlijk staat ook de 40e conferentie bij het LIFE College in Schiedam in mijn geheugen gegrift. Lentiz was gastorganisator en het thema was ‘Terugkijken naar Vooruitgang’. Een bijzondere conferentie omdat Lentiz betrokken was, we afscheid namen van Jan Bartling én de bestuurders voor het eerst bij elkaar kwamen. Ook onze gastspreker, scheidsrechter Danny Makkeli, baarde opzien met zijn inspirerende verhaal (zie foto). Hij gaf een andere kijk op de mogelijkheden van IT naar mogelijkheden op het voetbalveld.”
#07 Wat verwacht je van de 50e en hoeveel Lentiz-collega’s neem je mee?
“Een conferentie zoals we die gewend zijn met hier en daar iets extra’s. Ik neem twee collega’s mee. Wellicht dat ik in de toekomst meer van de afdeling onderwijs meeneem. We hebben 950 personeelsleden op een staf van ongeveer 50 fte. Ten opzichte van de groten zijn wij relatief klein met 7.800 leerlingen en studenten, 6 mbo-scholen en 8 vo-scholen.”
#08 Wat is volgens jou de kracht van de MBO Digitaal conferenties?
“De laagdrempeligheid om op iemand af te stappen, de netwerkfunctie, de balans techniek-onderwijs, de functie- en sector-overstijgende blik naar buiten vanuit de keynote- en gastsprekers. En last but not least: de rol van de leveranciers die niet komen voor een reclamepraatje, maar mét de scholen een inhoudelijk verhaal vertellen.”