Pieter van Rooij over digitale bekwaamheid en een nieuwe generatie docenten

Acht jaar geleden stond Pieter van Rooij nog zelf voor de klas in het primair onderwijs. Inmiddels zet hij zijn kennis en ervaring in om de lerarenopleidingen van de HAN University of Applied Sciences toekomstbestendig te maken – met digitalisering als rode draad. Als Senior Projectleider Professionalisering bij iXperium en Beleidsmedewerker Leren met ict werkt hij aan de digitale transformatie van het onderwijs. Vanuit het iXperium, waar onderzoek, onderwijs en praktijk samenkomen, speelt hij een sleutelrol in het versterken van digitale bekwaamheid bij (toekomstige) leraren. Wat vraagt dit van opleidingen, van opleiders én van de organisatie als geheel? 

Waarom is het zo belangrijk dat lerarenopleidingen meer aandacht besteden aan digitale bekwaamheid?

‘Het belang van digitale bekwaamheid bij docenten kun je op veel verschillende niveaus insteken. Zo is er is het belang van digitalisering in het mbo, waar scholen moeten omgaan met een veranderende arbeidsmarkt, veranderende facilitering van het onderwijs, veranderende studentenpopulatie en veranderende eisen aan het onderwijs. Voor al die opgaven staan onderwijsinstellingen, waar digitalisering een deel van het antwoord kan geven. Tegelijk is er ook een opgave in de inhoud van het onderwijs: studenten moeten voorbereid worden op werken met digitale technologie. We zeggen digitale geletterdheid voor leven, leren en werken wanneer het over studenten gaat. Studenten moeten leren werken met de technologie die voorhanden is in de onderwijsinstelling, maar ook in hun leven –denk aan digitaal burgerschap- en op de arbeidsmarkt. Om aan al deze opgaves te voldoen heb je competente lerarenopleiders nodig. Die hebben we gelukkig, maar waar het gaat om leren en werken met- of om lesgeven óver digitale technologie zie je dat veel docenten niet voldoende zijn toegerust.’  

Hoe weten we dit?

‘We zien dit terug in de monitor Leren en lesgeven met ict, het onderzoeksinstrument van iXperium, waarmee we digitale vaardigheid van docenten in beeld brengen. Docenten blijven over het algemeen goed op de hoogte van de actualiteit in hun vakgebied en daarin ontwikkelen ze veel, maar niet zozeer op technologische ontwikkelingen in relatie tot lesgeven. Dat vinden ze lastig.’ 

Lastig? Of ook een stukje weerstand?    

‘Een aversie tegen nieuwe technologie kan een van de verklaringen zijn. Of nieuwe technologie spannend vinden, of ermee onbekend zijn -wat onbemind maakt. Het kan allerlei oorzaken hebben. We zien dat er grote verschillen zijn en dat de digitale technologie niet zonder meer vanzelf een weg vindt in de onderwijsinstelling en in het competentiepalet van de docenten. Om dit te stimuleren zijn er een heleboel initiatieven. Bij MBO Digitaal gebeurt er veel, net als bij iXperium en bij de lerarenopleidingen, om instellingen te helpen hierin stappen te maken en docenten verder te helpen. Belangrijk is het vergroten van het competentieniveau, en waar kun je dan beter beginnen dan bij de lerarenopleidingen? Met de kanttekening dat alleen inzetten op opleiden en professionaliseren niet genoeg is. Je moet ook investeren in goede faciliteiten, goed leiderschap, goede begeleiding, goede infrastructuur, goede lerende cultuur, goede visie, goede verbinding met het werkveld waarvoor je opleidt; zonder al deze voorwaarden kom je moeilijk tot duurzame professionalisering. Het is dus een proces van de lange adem.’ 

Je moet ook investeren in goede faciliteiten, goed leiderschap, goede begeleiding, goede infrastructuur, goede lerende cultuur, goede visie, goede verbinding met het werkveld waarvoor je opleidt; zonder al deze voorwaarden kom je moeilijk tot duurzame professionalisering. Het is dus een proces van de lange adem.

Hoe zit dat bij de tweedegraads lerarenopleidingen van de HAN?

‘Zo’n zes jaar geleden was leren met ict nog niet structureel verankerd bij de lerarenopleiding van de HAN. Als studenten in aanraking kwamen met digitale technologie, dan was dat vooral te danken aan het enthousiasme van de lerarenopleiders die daar iets mee hadden. Het was zeker niet geborgd dat studenten gingen nadenken over wat digitale bekwaamheid betekent voor hun werk als docent. Ik kreeg een opdracht mee om hier wat aan te doen. We hebben toen als eerste interventie een expertisegroep leren met ict gevormd. Dat is wat mij betreft de eerste stap die ertoe heeft geleid dat we nu een stuk verder zijn. Al klinkt het als een platte interventie, we hebben simpelweg bij iedere opleiding (13 totaal) gevraagd of iemand in de expertisegroep wilde plaatsnemen. We hebben met deze mensen heel veel thema’s verkend rond leren en lesgeven met ict: wat gebeurt er al binnen je opleiding? Wat moet een student kennen en kunnen? Maar bovenal, wanneer zijn we tevreden? Als een student bij jouw lerarenopleiding afstudeert, wat wil je dan dat die kan en weet? Dit heeft tijd gekost, maar hiermee hebben we draagvlak gecreëerd en een stukje cultuur ontwikkeld. Het idee ‘dit vinden we met elkaar belangrijk’ werd geboren.’  

En dan komen al die andere voorwaarden waar je net over sprak…

‘We hebben inderdaad in het gebouw waar de lerarenopleidingen zitten het iXperiumlab een centrale (of prominente) plek gegeven, waar zowel studenten als docenten van de opleidingen altijd terecht kunnen om te experimenteren met nieuwe technologie. Alles is voorhanden, 3d-printer, vr-bril, green screen, etc. En er is altijd iemand aanwezig die iets van technologie én didactiek weet. Dat is denk ik de tweede belangrijke interventie: een fysieke ruimte waar je echt handen en voeten geeft aan het abstracte begrip digitale technologie. Hier komt de technologie tot leven en zie je ook dat docenten en studenten enthousiast worden van nieuwe technologie, simpelweg omdat ze er in aanraking mee komen. Ook hier gaat het dus over in beweging komen, maar dan in praktische zin.’   

Dit krijg je alleen voor elkaar met goed digitaal leiderschap

‘Ik noemde al even dat dit een proces is van de lange adem. Vanuit visie en leiderschap moet er dus iemand worden aangewezen die dit thema niet loslaat. Die steeds bij de teams komt inventariseren ‘hoe staat ervoor? Wat doen jullie nu concreet?’. Op gegeven moment merk je dat je niet alleen iets komt brengen, maar dat er vanuit de teams zelf ook behoeftes ontstaan op het gebied van lesgeven met ict. ‘Kunnen wij misschien ook iets met toepassing X in ons onderwijs?’ Er is een groeiende betrokkenheid waarneembaar op dit onderwerp. Er komen steeds meer vragen vanuit de teams. Het helpt dan om docenten op een informele manier te laten leren in een lab. Zonder druk van buitenaf kunnen zij experimenteren zodat ze zelf ervaren wat er goed past bij het onderwijs dat zij geven. Wanneer je daar eerdergenoemde randvoorwaarden aan toevoegt, zoals goed digitaal leiderschap, hangt het niet meer alleen af van betrokken individuen maar stuurt een instelling bewust aan op olievlekwerking. 

Wat is hierin de rol van i-coaches of blended coaches?

Die zijn van onschatbare waarde in het proces van het realiseren van een lerende cultuur. Als je i-coaches (of blended coaches) goed positioneert, een goede opdracht meegeeft vanuit de organisatie en zorgt dat ze dicht op het onderwijs acteren – dan zijn ze goud waard. 

Een nieuw curriculum

‘Twee jaar geleden deed zich een aanleiding voor om te starten met een nieuw curriculum bij de lerarenopleidingen. Dat is een moment om scherp te zijn. Samen met collega’s hebben we ons hard gemaakt voor een generieke leeruitkomst voor leren met ict. Die is er ook gekomen! Voor alle lerarenopleidingen van de HAN, inclusief PABO. Iedere student die bij ons afstudeert moet deze leeruitkomst aantonen. Die leeruitkomst is één op één gebaseerd op het raamwerk leercompetenties, met de vier dimensies: je eigen digitale geletterdheid, ontwerpen van onderwijs met ict, opleiden tot digitaal geletterde studenten en je eigen professioneel handelen. Over twee jaar studeert de eerste lichting studenten af die deze nieuwe leeruitkomst moeten aantonen. Die leeruitkomst is an sich een uitkomst –of verdienste- van de investering die we de afgelopen jaren hebben gedaan met de expertisegroep en het iXperiumlab.’ 

Gaan we andere competenties zien bij de volgende generatie opleiders?

‘Het klopt dat onze opleiders een belangrijke rol spelen bij de competentie-ontwikkeling van studenten op dit vlak. Ten eerste door onderwijs te verzorgen over het thema ‘leren en lesgeven met ict’ en daarnaast door hun voorbeeldrol. Een deel van die voorbeeldrol komt nu mooi terug in de opdracht die bij alle opleidingen ligt om in het nieuwe curriculum goed na te denken over de blend. Hoe kun je bijvoorbeeld kenniselementen ook asynchroon beschikbaar maken op een manier die voor studenten werkt en aanspreekt? We moeten collega’s goed faciliteren als we deze dingen van ze vragen. Zowel op het gebied van professionalisering als op het gebied van technische faciliteiten en goede ondersteuning.’ 

Asynchroon?

We zorgen ervoor, o.a. door het ontwerpen en ontwikkelen van asynchrone onderwijsactiviteiten (zoals kennisclips, podcasts en e-learnings), dat er meer flexibiliteit in het curriculum komt. Je moet op een gegeven moment zorgen, na te hebben gewerkt aan die cultuur, dat digitalisering ook een concrete opdracht wordt waar ook iets tegenover staat. Door collega’s te vragen met concrete plannen te komen voor het ontwikkelen van deze digitale elementen en daar facilitering in tijd (uren) tegenover te zetten, proberen we te zorgen dat dit ook echt gebeurt.  

Maken alle docenten hier gebruik van?

‘Hier zie ik wel dat lerarenopleiders soms bang zijn dat studenten niet meer naar hun college komen, omdat ze gefaciliteerd worden met deze alternatieve vormen van leren. Zoals een kennisclip of een podcast. In de vraag of deze angst terecht is, is het belangrijk te toetsen of deze aanname klopt, maar vooral ook of het erg is als studenten niet langer naar bepaalde colleges komen? Wat doe je met die schaarse en kostbare contacttijd? Dat is een veel relevantere vraag. We willen niet naar een thuisstudiesituatie, maar wel opnieuw kijken naar hoe we die contacttijd invullen. Socialiseren, verbinden, letten op welzijn van studenten, studenten leren kennen –dat is waar je dan juist extra in kan investeren.’ 

Wat is voor jou de toekomst van deze ontwikkeling?

‘Mijn ideaal is dat het leren van een leraar in opleiding, in dit geval een mbo docent, is georganiseerd op een manier die past bij wat de docent nodig heeft. Hiervoor is een combinatie van leeromgevingen nodig die op elkaar is afgestemd: je gaat naar de fysieke school met een bepaald doel, een aantal zaken organiseer je vanuit huis en je hebt je leerwerkplek. Je zoekt als student naar een optimale verbinding van die leeromgevingen voor jou. Als leraar in opleiding moet je in regie zijn om de dingen te leren die je moet leren. De contextrijke leeruitkomsten zijn hierin een goed handvat, omdat je als student weet waar je naartoe werkt. Het gaat niet om het halen van toets één of examen twee, maar het gaat erom dat je iets kan. Hier liggen gigantische kansen, ook in relatie tot het lerarentekort, als je dit randvoorwaardelijk goed faciliteert. We kunnen dan af van termen als voltijd of deeltijd, er is gewoon één lerarenopleiding waarin iedere student zijn of haar route kan volgen.’ 

Reacties (0)
Geef een reactie